zaterdag 9 mei 2009

kijken naar jezelf (wschl deel I)

Gek, hoe dingen je soms te binnen schieten.
Ik heb daar geen speciale plaats of gelegenheid voor… hoewel ’s ochtends onder de douche een opvallend “productieve” plek is (maar niet uitsluitend).

Gisteravond, terwijl ik me klaarmaakte voor bed, liep ik half aan-half uitgekleed van slaapkamer naar badkamer.
Maak u daar niet teveel voorstellingen bij, beste lezer, er was niets glamoureus aan.
Integendeel zou ik zelfs zeggen.
In T-shirt, onderbroek én met sokken nog aan (‘k had met de moto gereden… dat vereist sokken in stevig schoeisel) zag ik mezelf in de spiegel.
Bepaald niet lady-like om het zacht uit te drukken. Op dat moment was er niets elegants of uitgesproken vrouwelijks aan me te herkennen.
Gezicht ontschminken, tanden poetsen en de gedachten bleven malen.
Zou het dàt geweest zijn? Dat gewoon-zijn van me waardoor hij zich plots ging afvragen wat hij ooit in me had gezien?
Ik probeerde me hààr voor te stellen, de vrouw-na-mij… en zie haar in mijn hoofd ten allen tijde als het toonbeeld van opperste vrouwelijkheid rondlopen. Gracieus haar tanden poetsen, géén sokken dragen – uiterààrd niet – en er ’s avonds laat nog even florissant uitzien als ’s ochtends. In haar wereld heet een onderbroek “slipje” en huishoudelijke taakjes worden met gepaste elegantie uitgevoerd… of ze lààt ze uitvoeren, dat is sjieker…

Domme gedachten, je hoort je daar niet mee bezig te houden.
Op de pot zit iedereen “in vol ornaat” en daar wordt zelden iets sierlijks mee bedoeld…

Dat was de gedachte gisteravond.

Daar hield ik het niet bij, zo bleek vanochtend.

Alweer voor de spiegel, maar deze keer niet met m’n fysiologische verschijning bezig, hoewel dat aards omhulsel er best mag zijn, al zeg ik het zelf.
Deze keer ging het me eerder om de bescheidenheid van m’n geestelijke présence…

Ik leg uit.
Ja, Olijf vindt dat menig man het heel wat minder zou kunnen treffen (hoewel “minder” een slecht gekozen woord is). Het lijf ziet er nog meer dan presentabel uit, het intellect staat nog scherp en het karakter (hoewel bij tijden eerder vurig opvliegend) is van het zachte type.
Maar bescheidenheid is er met de paplepel ingegeven.
Bescheiden in de zin van: laat je niet méér opmerken dan een ander. Zelfs al vind je dat je er mag zijn, een ander hoeft dat niet te weten. In het beste geval (hetgene waar je op hoopt) merkt je scherpzinnige gezel het zélf op en als je heel wat geluk hebt, geeft hij je daar eens een complimentje over.

Olijf heeft ook nooit gehouden van mensen die met alle geweld moeten opvallen. Drinken als een spons, luidkeels roepen en wijds gesticuleren zijn, wat mij betreft, erg hinderlijke eigenschappen om een ander er attent op te maken dat je er óók bent.
Dat is mijn mening. Ik hou het graag fijn tot semi-fijntjes.

Ik “bekeek” mezelf de voorbije twee jaar en kwam tot de conclusie dat ik nooit echt aandacht heb opgeëist. Werd me gevraagd naar wat ik die dag had gedaan of meegemaakt, dan vertelde ik dat snel snel zonder veel details (want hoe kon wat IK deed interessant zijn???). En dan vlug over naar de orde van de dag: “hoe was het met jou? Heb je die en die klant gezien? Goede zaken gedaan de voorbije dagen? Hoe is het met je vader?”… enz enz…

Het is een gewoonte geworden. Niet teveel over mezelf “memmen” en vooral interesse tonen voor een ander.
Kijk, dat valt me op zich helemaal niet zwaar. Ik bén werkelijk geïnteresseerd in andermans doen en laten.
De fout die ik denk te maken - en dat was dus m’n “inzicht” - is dat ik niet alleen dènk dat mijn belevenissen maar weinig soeps zijn… ik breng dat ook zo over op anderen.
Op den duur riskeer je dus dat zelfs de meest geïnteresseerde zijn aandacht in je laat verslappen… tja, dat meisje maakt dus echt nix mee. Nix speciaals dus. Op naar ander en beter???

Het mooie is dat die andere en betere een leven leidt dat niet veel interessanter is dan het mijne. Maar hij/zij kent de kunst van de zelferkenning: “wat ik doe is best wel leuk en ik vind dat je daar mag naar vragen. Vraag je niets, dan krijg je de info tóch nog gratis op je bord!”.

Die vlaag van inzicht kwam er niet bij wijze van zelfbeklag, deze keer niet. Het leek eerder op een revelatie.
Het kan niet missen dat hij me niet meer zag staan… ik maakte mezelf onzichtbaar!
Of lees anders: mijn verantwoordelijkheid in dat einde… minstens ten dele.
Beleefdheid is fijntjes (leerde ik), maar opgaan in de achtergrond is regelrecht dom!
En als je dat beseft, dan kan je daar in de toekomst wat aan doen.
Voor een ander allicht.
HIJ is het allang beu.
De volgende kent me nog niet, die heeft nog heel wat te ontdekken… en als ik een goede leerling ben, dan ga ik ervoor zorgen dat er potverdorie één en ander te ontdekken valt aan Olijf.

Wég uit dat bescheiden hoekje, wég uit de vergeetput. Mijn dagen tellen ook mee.

(en zeggen dat Olijf 3 jaar alleen in het buitenland heeft gewoond, op eigen houtje is gaan diepzeeduiken en ondanks enkele angsten tóch op een zware moto kroop… Yep, inderdaad, erg gewoontjes voor Jef Klak ;))


3 opmerkingen:

  1. Ik denk dat alles aanwezig is om een man gelukkig te maken .... ook de bescheidenheid ...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb nog maar net je blogje ontdekt, maar ik moet je conclusie bevestigen: jij bent inderdaad geen grijze muis :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @rafale... het LIJKT erop eh :)
    wie weet welke duistere kantjes er nog aan me zijn die ik NIET toon op blog.
    alle gekheid op een stokje... dank u voor de bemerking.

    BeantwoordenVerwijderen