maandag 24 april 2017

Opgeven staat niet in m'n woordenboek

Ik ben véél.
Vooràl lui, merk ik de laatste tijd.
Als ik wat specifieker moet zijn omtrent die "tijd"
dan zou ik zeggen
"jaren"

Dat is dus niet min.
Jaren lui zijn.

Nu ja. Het is wat het is en een mens moet één en ander leren aanvaarden. Of plaatsen.
of zo.

Maar waar komt dat vandaan, die luiheid?

Ik zou een boel theorieën kunnen ontwikkelen, maar ik hou het op het antwoord dat me het meest aan het hart lijkt te liggen.
Ontgoocheling. En gebrek aan fulfilment.

Het is niet mooi (tot zelfs lelijk) om te stellen dat ik het gevoel heb geen ènkel verschil meer te maken op dees aardkloot.
Of ik er bèn of niet, wèrk of niet, me ínzet of niet.... het maakt zo bijzonder weinig uit.
Ik kan niet anders dan me afvragen of mijn aanwezigheid nog wat ùitmaakt de dag van vandaag.

Er wàs een tijd dat ik dacht dat m'n inzet en oprechtheid, m'n soms pijnlijk maar steeds zeer dùidelijk standpunt, wat uitmaakte. Maar die tijd lijkt voorbij.
En dus stel ik me vragen.
Of mijn aanwezigheid er nog toe doet.

Jawèl.... er zullen een handvol familieleden en vrienden best wel triest zijn, mocht ik dit aards leven voor het eeuwige ruilen..... en dat ga ik niet dóen... maar de vraag blijft.

Voor zover ik wéét en begrijp, is er 1 gedachte die ons in wezen scheidt van een gevoelen van geluk. En dat is de idéé dat je ertoe doet.
En die idee ontbreekt momenteel.
al een tijdje, als ik perfect eerlijk moet zijn.

M'n zussen hebben mij niet nodig. M'n moeder misschien wèl... maar deel uitmakend van een offspring of  3, ben ik me er terdége van bewust dat de overige 2 nog wel wat zouden kunnen betekenen in mama's bestaan.
Vrienden zullen me wel een poosje missen, maar ook dàt gaat vrij vlotjes voorbij.

Versta me niet verkeerd. Ik hóef geen dagdagelijkse of onmiddellijke bevestiging van de betekenis van m'n bestaan. Maar af en toe het gevoel hebben dat m'n aanwezigheid een minimaal verschil maakt.... het zou in het slechtste geval een béétje deugd kunnen doen.

Goed.
Dat gezegd zijnde, wil ik met nadrukkelijke graagte preciseren dat ik niet - ik herhaal, NIET - vis achter complimentjes, hartjes onder de riem of bevestigingen van het belang van mijn bestaan.
Ik ben een single vrouw, die - helaas of gelukkiglijk - het grootste deel van haar leven in die toestand heeft doorgebracht en bijgevolg heeft geleerd hoe je je spiritueel hoofd boven water houdt zonder de noodzakelijke steun van anderen.
Dat neemt niet weg dat je met enige regelmaat gaat twijfelen aan jezelf, je reden van bestaan en - wanneer je door allerlei (ook professionele) omstandigheden in vraag wordt gesteld - je eigen competenties.

Het is dus die tijd van het jaar dat dees Olijf zich afvraagt wat de zin van alles nog is.
Vergis u niet.
Iedere dag verschijnt d'Olijf op het publiekelijk toneel met een glimlach van het éne tot het àndere oor. Alles is hunky dory als iemand me wat vraagt. Enneuh... mocht u zich afvragen of u m'n gemoedstoestand in vraag moet stellen, volgende keer dat u me ontmoet.... ik óefen mezelf in positieve affirmaties. Zij het op luie wijze. Maar mijn achterhoofd is zich bewust van de self fulfilling prophecy en blijft dus gematigd tot zeer alert.

Het neemt niet weg dat

  • je je best doet
  • het niet noodzakelijk geapprecieerd wordt
  • in hogere en lagere kringen
  • mensen zich inzetten om je verdacht te maken
  • je jezelf daardoor in vraag stelt
Los daarvan of in combinatie daarmee, vraagt een mens zich na 12 jaar sociale dienst af....
of het nog de moeite waard is. Zo'n (intuïtief gesproken) 10% mensen zien slagen terwijl de andere 90% na 1 tot 2 jaar welwillende begeleiding netjes weer in het oude patroon van profitariaat vervallen. Inclusief kritiek op de mensen die hen met allerlei lichaamsvochten (voor de slechte verstaander: bloed, zweet en tranen) hebben proberen ondersteunen, bijsturen, helpen.

Zo...
de conclusie luidt als volgt.
Uw Olijf is moe. 
nogal uitgeput. Ontgoocheld en "het" beu.
Excuses. Gemankeerde verantwoordelijkheden. Valse beschuldigingen. Blijven oppikken maar weinig betekenen.
Het weze gezegd. d'Olijf werd opgevoed met "je oogst wat je zaait"  en het lijkt er stilaan op dat
  • de boodschap niet overkwam
  • of d'Olijf iets verkeerds heeft gezaaid, al dan niet met de hulp (of tegenwerking) van anderen.
Hoe dan ook. Het wèrkt niet.
En het vréét aan me.

Al een jaar of 2 speel ik met de idee om eruit te stappen. En mezelf kennende, zal dat ook gebeuren.
Nu is het nog slechts een kwestie van dóen.
Met of zonder de hulp van de maatschappij die zowat iederéén ondersteunt, behalve de kinderloze alleenstaande huisjesafbetaler.

Olijf zoekt een uitweg. Hoe die uitweg eruit zal zien en óf die moreel te verantwoorden is, blijft nog de vraag.
Maar ik wèiger op te geven. Punt. Opgeven is geen optie.