zondag 16 oktober 2011

soms weet ik het niet

Zondag 16 oktober. Olijf buiten gelegen ende gezeten in wat rest van de namiddagzon.
De tuinzetel staat half in de garage, half in de tuin om zo lang mogelijk buiten te kunnen blijven. Want ééns zon wèg, wordt het snel fris.

Ik grijp naar m'n boek (correctie: mama's boek dat ik vorige week mee mocht nemen): Odori, sapori, colori della Cucina Salentina.
Laatst had ik me uit pure culinaire frustratie voorgenomen om me stilaan te bekwamen in de streekkeuken van wijlen m'n papà. Dit boek zou me wel kunnen helpen, dacht ik zo.

Maar eerst het voorwoord lezen. Tien pagina's lang.
Mooi geschreven, vond ik... voor zover ik een mening kan hebben over Italiaanse literatuur...

.../ La "cucuzza", bianca o gialla, "genuisa" o meno che fosse, girava pur essa per casa; ma non riscuoteva affatto, almeno alle origini, il mio pur minimo gradimento; e io la rifiutavo ostinatamente. Ma il mio caro tata trovò il modo di persuadermi: "Vedi, caro Mario - mi disse un girono con la sua voce più affettuosa e carezzevole-: questa non è "cucuzza" di Lecce; questa invece è "cucuzza" di Alezio; viene da lontano ed è dolce dolce. Assàggiala e vedrai." E io l'assaggiai, e la trovai proprio dolce dolce com'egli diceva, perché non era di Lecce, ma veniva da Alzeio, da una misteriosa terra lontana. Avrò avuto allora non più di quattro o cinque anni; ma - mi si creda - è come se fosse stato ieri.
Eppoi, accanto alle verdura, preziosissimi, i legumi: le fave (cotte, ahimè, con tutta la buccia: e non mi piacevano neanche quelle nette), i fagioli, i ceci, i piselli freschi e secchi; anche essi o da soli, alla pignatta (fuoco lento e lungo, generatore di difficile ma gradevole cremosità). Anzi, tradizionalemente l'accoppiata dei "ciceri e tria", ceci con una sorta di tagliatelle, stava - e credo che stia tuttora - al centro della festa gastronomica per la ricorrenza di San Giuseppe (19 marzo), che aveva luogo puntualmente in casa mia./...

En daar komt het. Eind pagina 4, begin pagina 5, bij bovenstaande passage, ongeveer ter hoogte van le fave... welt een traan op. Meer dan één zelfs.
Een bizar gevoel van onbestemde tristesse dat me zomaar bekruipt. Plots en zonder inleiding.
Ik had nochtans niets om verdrietig over te zijn. Rust, zon, een boek en niets of niemand om me zorgen over te maken. Vandaag toch niet.

Zit ik daar te snotteren en in m'n ogen te wrijven als een klein kind.

Waren het de fave, i ciceri e tria of la cucuzza... wie zal het zeggen?
Herkenbaarheid uit verhalen die m'n vader vroeger vertelde over z'n jeugd en de armoede destijds? Weken en maanden lang eten zonder vlees, behalve die ene keer, toen hij als jongen typhus had gekregen en z'n moeder voor hèm en voor hèm alléén een kip had geslacht die hij (en hij alleen) mocht opeten om aan te sterken.En z'n oudere broer die er op het laatst dan tòch in geslaagd was om de kop van de kip te mogen eten... en papa die op de laatste dag ostentatief vroeg wààr de kop heen was?
Of z'n verhaal van ciceri cu li mammuni (kekererwten met maden) omdat de kekererwten te lang in de kelder hadden gelegen?

Ik weet het niet.
Soms komt het op zonder reden.

En toen stopten de tranen. En las ik voort.



zomer en herfst





* ciceri = ceci = kekererwten
* cucuzza = zucchina = courgette

2 opmerkingen:

  1. Als de zon schijnt in je opkomende traan. Stel ik me zo voor dat het licht dan breekt en er zich een regenboog vormt. Niet zonder reden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Lehti, hoe moooooi dat je dat zegt. Pink er bijna weer een traan van weg...

    BeantwoordenVerwijderen