vrijdag 8 april 2011

Respect

Vrijdagavond, net na het werk.
De collega's - correctie... de werknemers - worden in de bloemetjes gezet voor de inspanningen de afgelopen maanden in aanloop naar de jaarlijkse Retrobeurs.
Een pintje en entwa  te knabbelen krijgen ze van den baas.
Die baas, voor alle duidelijkheid, is niet Olijf, al wordt er af en toe naar mij verwezen als "één van de bazen".... vooral wanneer een lastige klant "het" persé hogerop wil zoeken. Dan komen ze dus onder andere bij Olijf terecht :)

Maar goed.
Een bedankje in de vorm van een gezellig na-werks samenzijn op een terrasje.
Olijf zou later zijn gearriveerd, maar door een in het water gevallen afspraak kom ik redelijk op tijd ter plaatse aan. De ambiance is al goed op gang en de meesten zitten nog maar een kwartje ver in hun blonde of bruine Grimbergen.

Naarmate de tijd vordert, druipt de ene na de andere af.
De grote baas (nogmaals: niet Olijf) vertrekt naar goede gewoonte als eerste. Persoonlijk vind ik dat geen geweldige zet, maar de man moet een trein halen en later dan halfacht thuis is blijkbaar geen optie..... tja....
Sommigen hebben zich niet voorzien op de snelle afkoeling, anderen hebben bloedjes van kindjes die thuis op het avondeten zitten te wachten. Begrip.

Een kleine kern blijft achter.
En Olijf ontdekt.

De sociale sector noemt men mijn werkplaats. Daar is nix mis mee (al hebben sommigen in m'n verleden het nodig gevonden om daar hun neus voor op te trekken... de sukkels).
Ik zit graag in de sociale sector. Het is mijn plaats. DE plaats waar Olijf iets kan betekenen, hoe dom het soms ook mag lijken.

Vandaag heb ik kans om tussen pot en pint "mijn" mensen een beetje beter te leren kennen.
OK, ja... van enkelen weet ik vrij goed wat er zich in hun leven afspeelt. Van anderen vang ik flarden op. Ik ga ervan uit... als ze het kwijt willen, mogen en zullen ze het wel komen vertellen, al was het maar omdat Olijf (of collega's) ergens een handje kunnen toesteken.

Aan O, een Tsjetsjeense (hoe schrijf je dat in godsnaam???) vraag ik hoe lang ze in Beligië woont, hoe ze hier is terecht gekomen en hoe ze de confrontatie met onze taal vond.
Haar verhaal is ontroerend. Ongelooflijk. Schrijnend. En sterk.
Wat ik van deze vrouw hoor, maakt dat ik me dom, nietig en onnozel voel.
Voor haar heb ik nix dan respect.

M ken ik beter. Van haar weet ik wat ze heeft meegemaakt, in de meeste gevallen ook waaróm en hoe ze zichzelf, sinds ik haar ken, al voor de derde keer uit de goot samenschraapt om gewoon vanheir  te beginnen.
Respect. Olijf zou onder M's omstandigheden waarschijnlijk al finaal ten onder zijn gegaan.

K, een jong meisje dat helaas maar  jaartje bij ons heeft gewerkt en heel binnenkort weg moet, is een enorm levendige jonge vrouw, moeder van twee. Van haar verneem ik dat ze haar hele jeugd van de ene instelling in de andere werd geplaatst... wanneer ze niet bij haar drinkende en immer verhuizende moeder was. Nooit heeft ze meer dan 1 jaar op dezelfde plaats gewoond, zegt ze.
Nu ze zelf moeder is (and get this....haar nog steeds drinkende ma "begrijpt" nog altijd niet dat dochterlief haar eigen kids niet "gewoon effe" dropt om met haar uit drinken te gaan.....) onderhoudt ze niet alleen haar kroost maar ook een (werkloze) ziekelijke vriend die op de koop toe nog het lef heeft stikjaloers te zijn.. maar verlaten kan ze hem niet omdat ze niet wil doen wat haar moeder destijds deed.
Ze weet dat haar privéleven niet ideaal is, maar ze maakt er het beste van.
En haar beste is in mijn ogen en van op mijn afstand meer dan goed genoeg, gezien de omstandigheden.
Ik heb respect voor haar. En ben ervan overtuigd dat K het zal halen.

Olijf kent, door de job, een boel mensen die het niet gemakkelijk hebben gehad ... en dan druk ik me héééééél zacht uit.
Soms ben ik beschaamd dat ik het lef heb om te denken dat ik kan helpen. Ik heb goeie ouders gehad, een stabiele thuis en een comfortabel leven. Vader dronk niet en moeder at niet. Er werd niet verhuisd, er werd niet geslagen. Zussen en Olijf werden aangemoedigd om te studeren en een eigen gedacht te hebben. We mochten ons ontwikkelen, zeg maar.
Dat LIJKT zo evident, maar dat is het niet.
Een avondje met "mijn" mensen wrijft me daar nog maar eens met de neus in.
Hoe denk ik, met mijn gemakkelijk leventje, te kunnen helpen bij de aanblik van zoveel miserie?
Geen idee, maar blijkbaar doe ik het... zegt men.
Als "men" het zegt, ga ik ervan uit dat ik het doe...

De andere kant van de medaille.
Er ZIJN ook mensen die alles hebben meegekregen en met hun alles helemaal niets doen.
Straffer nog.... ze lijken erop te staan om zich zo marginaal mogelijk te profileren.
Dat is op z'n minst zonde,
eigenlijk schandelijk
en geen greintje respect waardig.

Ik weet in wiens handen ik m'n leven zou leggen, mocht het ooit nodig zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten