Ils en ik praten op msn, zoals we dagelijks plegen te doen. We hebben het dan over vanallesennogwat. Oppervlakkigheden soms, maar ook over de diepzinniger gedachten des levens.
Vandaag gaat het o.a. over zelfvertrouwen. En omdat ik vandaag nog geen blogonderwerp had gevonden, schiet me plots te binnen dat dit wel eens wat zou kunnen zijn.
Zelfvertrouwen, zelfliefde en/of het gemis daaraan.
Geen psycholoog zijnde, en dus niet beschikkende over het nodige studiemateriaal, kan ik het enkel hebben over mijn persoonlijke perceptie van het fenomeen (en - me enigszins op glad ijs begevende - ook over wat ik bij anderen waarneem).
Je bent een mens, ademend, levend, je door het leven begevend met een houding waarvan je denkt dat hij tot op zekere hoogte zelfvertrouwen uitstraalt. Soms wèèt je – althans voor jezelf – dat het echt is… en soms is het niet meer dan een masker, maar dat masker kan je even door de moeilijker tijden helpen. Zolang anderen door je houding alvast gelòven dat je jezelf best wel te pruimen vindt, kan je – met een beetje geluk – jezelf weer in die toestand wensen waar je jezelf ècht best wel te pruimen vindt…. Volgt u nog?
Goed.
Zolang je
- alleen bent en niemand hebt die je het tegendeel beweert
OF
- je omringd wordt door mensen die jouw fantastisch-heid bevestigen,
is er niet veel aan de hand. Er zijn weinig stoorzenders aanwezig.
Maar situaties en/of je omgeving kunnen ervoor zorgen dat je gaat denken dat er wat mis is met je. Fundamenteel mis zelfs.
Er scheelt wat (of veel) aan je uiterlijk. Erger nog: er scheelt wat (of veel) aan je innerlijk, je karakter, je zijn.
Een sterke persoonlijkheid lacht het misschien weg. Deze Persoon (met hoofdletter wegens vervuld van diepgeworteld zelfvertrouwen) denkt bij zichzelf: “als ik je niet aansta, dààr is het gat van de deur”. … misschien wat genuanceerder, maar iets in die trant alvast…
Het minder standvastig of minder overtuigde type kan daar lichtjes anders op reageren. Dit individu denkt iemand teleur te stellen en heeft een aantal uitwegen uitgedokterd.
1. Hij/zij is overtuigd van zijn/haar mindere waarde en geeft het snel op. Hij/zij neemt de benen.
2. En dan bestaan er ook de pseudo-vechters.
Zij gaan wat “minor adjustments” doen. Tja, niemand is perfect, we staan allemaal met onze neuzen te dicht op onszelf… misschien, hèèl misschien hebben de anderen gelijk en schort dit en dat wel aan me.
Hier kan ik aan werken, hier wil ik aan werken, en dat laat ik ongemoeid… voorlopig.
De pseudo-vechter “werkt” aan zichzelf, denkt voortdurend (pardon my English)… “I’m a work in progress”…. Perfectie loert om de hoek, juuuiiii!
Voor hij/zij het weet, echter, blijft er van de originele pseudo-vechter niet veel meer over. De arme drommel heeft zodanig veel psychologische plastische chirurgie op zichzelf losgelaten, dat het eindresultaat onherkenbaar is geworden voor wie hem/haar voorheen kende.
Yep, en dan schiet de omgeving in actie. “Waar ben je mee bezig? Zie je wat je jezelf hebt aangedaan? Hebben jouw veranderingen al het gewenste resultaat gehaald? Ben je nu meer geliefd door wie je wilde behagen?”
Nog meer twijfel: doe ik het dan niet goed? Waaròm doe ik het niet goed? Wat kan ik nog veranderen? Hebben anderen altijd gelijk en ik nooit… eindeloze vragen, ongeremde twijfel.
Het kan een straatje zonder eind worden. Meer nog… “destructief” is het woord dat me te binnen schiet…. Het leidt alvast niet naar mooier oorden. Zoveel is duidelijk.
Ik weet het… want ik ben - u kon het raden - de eeuwige twijfelaar, de pseudo-vechter. De “sukkel” die denkt dat alles minder dan perfectie niet goed genoeg is.
Correctie: ik WAS die twijfelaar. Tijd GENOMEN om aan introspectie te doen, na te denken over het verleden, te kijken naar anderen en mezelf, afstand te nemen van zelfbeklag en te besluiten dat IK NIET PERFECT BEN, dat nooit zal zijn en daar ook niet meer naar hoef te streven.
Vandaag (en hopelijk altijd) zeg ik: ik ben ik. Verre van perfect, maar best te pruimen.
Ik zing luidop mee met onnozele liedjes als niemand me hoort, ben meer wèl dan niet slordig, laat onzinnige rommel toe in m’n huis, hou van kitsch en spulletjes die anderen de wenkbrauwen doen fronsen. Ik meng en knutsel vreselijke gedrochten in elkaar omdat zelfgemaakte brol me plezier doet, ik bak graag lichtjes aangebakken taarten (maar ’t zijn de mijne!), heb het duidelijk begin van rimpels en een minder dan perfecte “derrière”. Ik pronk te pas en te onpas met m’n taal”gevoel” en bastaard-nationaliteit. Ik gebruik veelvuldig aanhalingstekens, denkstreepjes en -puntjes, maak onnodig ingewikkelde zinnen en brei woorden aan elkaar wanneer ik daar zin in heb omdat dat mijn literaire vrijheid is. Ik ben lief of boos naargelang de mood me pakt. Wanneer ik het nodig acht, ben ik dodelijk eerlijk. Ik heb geen echte mening over een aantal zaken en neem zeer uitgesproken standpunten in voor andere. Oude huizen vind ik charmant en ik draag sokken in bed terwijl m’n pijama te zomers is. Soms houd ik het been stijf, soms plooi ik en soms kom ik gevaarlijk dicht bij breken. Ik dagdroom en ik geef om de “verkeerde” mensen.
Het kan me niet meer schelen… voor mij is dit goed genoeg, meer dàn zelfs.
Niemand houdt mijn touwtjes vast. Ik beweeg op mezelf.
Take it or leave it, dus.
Ik dank u voor uw aaaaaaaaaaaaaaaaandacht (oh ja… ik hou van stomme quotes) ;)
(afbeelding toevallig gevonden bij een andere blogger. Zijn titel: Give yourself a hug)
Zie ook mijn blogondertitel: I am what I am and what I am needs no excuses.
BeantwoordenVerwijderenIk heb er ook lang over gedaan om zo ver te komen, mezelf te aanvaarden zoals ik ben. Er is veel overtuigingskracht van anderen voor nodig geweest voor ik zelf kon inzien dat ik wel oke was. En het is nog altijd geen dagelijkse evidentie.
Nog een 'hug' van mijnentwege!