Behalve een goed voornemen om wat op te ruimen, heb ik mosseltjes gepland.
Eén kilo Jumbo's met frietjes die in de oven mogen.
Twee voordelen aan dat laatste.
Minder vet en geen gedoe met frietketels en daaruitvolgende oliedampen doorheen het hele huis.
Het scheelt zelfs op de afwas.
"Keurig" denk ik, "prima idee. Lekker simpel en toch lekker lekker".
Terwijl ik even later de beestjes één voor één naar binnen werk, schiet me weer zo'n typisch single-gedachte door het hoofd. Licht zelfspottend (en dus hopelijk grappig) en beetje zielig tegelijk.
Zowel de gedachte als het feit dat de gedachte persé door m'n hoofd moest.
"Eén van de voordelen van het single-mosseltjes-eten. Zelfs wanneer je een onbewoonde schelp tegenkomt, weet je met stellige zekerheid dat het blote exemplaar later zwemmend in het vocht teruggevonden wordt. Nix geen "andere helft" die om één of andere reden de sjanse heeft om met "jouw" beestjes aan de haal te gaan..."
....
tja...
ik zei het: licht grappig en zielig tegelijk :)
Laat het me een kwestie van benadering noemen.
Je kan erover klagen, je kan ermee leren omgaan. En soms kan je er zelfs mee lachen.
Een handvol frietjes hield ik tot het laatst. Iedereen heeft zo z'n rare gewoontes. Olijf eindigt graag met een friet. Anderen houden de laatste hap voor de mossel, bij mij is dat de friet.
Net wanneer ik de patatjes wil afwerken, gaat de deurbel.
"Héh," denk ik.... "ik hààt het wanneer men aanbelt terwijl ik eet. Mauries toch niet, hoop ik. Hij prààt altijd zo lang..."
In gedachten zie ik m'n frietjes ijskoud worden, waardoor ze heel wat minder smakelijk worden, en licht geërgerd loop ik naar de voordeur.
Geen Mauries. Wél de overbuurvrouw.
Ze heeft nieuws.
"Mauries", zegt ze. "Ik wil je maar laten weten dat hij vanochtend een zware hartaanval heeft gehad en nu op intensieve zorgen ligt in het hospitaal. Ben erbij geweest. Hij ligt in kunstmatige coma en het ziet er niet goed uit."
.....
Ik ben geschockt.
De helft van z'n hartspier is afgestorven, zo blijkt.
De verpleegkundigen hebben er geen goed oog in.
Het valt me te binnen dat ik geeneens weet wat Mauries' familienaam is, mocht ik hem willen/kunnen/mogen bezoeken. Ik schaam me diep.
Intussen is de andere buurvrouw erbij komen staan. Ze worstelt ermee op haar eigen manier. Ik merk het aan de poging tot luchtigheid, het zenuwachtige gegrap...
Ze wil niet gemeen zijn, daar ben ik zeker van. Gewoon even niet weten hoe je reageert op zo'n ogenblik...
Van tijd tot tijd wordt Mauries aangehaald in de verleden tijd.
"Hé... Mauries is er nog steeds" zeg ik. "Ik praat niet graag in het verleden over mensen die nog bij ons zijn".
Iets van bijgeloof misschien. Of "hoop doet leven"...
En dan schaam ik me weer.
Ik bedenk plots dat ik dit jaar m'n laatste tomatenplantjes van Mauries heb gehad....
Alsof DAT wat uitmaakt!.....
We praten nog wat. Over familie, hoe en wat. Wie wat kan en mag doen, mocht het zover komen....
Mauries heeft nog één zuster. Nooit een vrouw gehad, geen kinderen.
Hij is vandaag nog steeds 83...
Een half uurtje later sluit ik m'n deur.
De frietjes zijn koud.
Ik eet ze op.
Opruimen doe ik niet meer...
een kaarsje voor Mauries
voor leven en welzijn
Ik wil hem nog niet moeten missen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten