31 januari: eten bij hem thuis.
Dat hadden we zo afgesproken na de laatste bijeenkomst.
We spraken het niet als zodanig uit, maar time was of the essence.
Hij deed er nogal luchtig over. Echt of geveinsd, dat kon niemand merken.
Hij had er een goed oog in, zei hij en bovendien was hij in opperbeste handen. Zijn dokter en verplegers hadden volgens hem het allerbeste met hem voor... en dat zal wellicht ook wel zo geweest zijn.
Maar toch.... ondanks zijn goede hoop werden afspraken onmiddellijk vastgelegd. En bevestigd. Op een je-weet-maar-nooit-manier, die iedereen wellicht voelde maar niemand kon of wou uitspreken.
"Wat fijn dat jullie beide zulke mooie oorringen aanhebben", lachte hij fijntjes. Opmerkzaam als hij was, gaf hij z'n complimentje zodra ik door z'n voordeur stapte. Te laat, ik ... zoals altijd.
De laatste keer dat een man zulk detail had opgemerkt, kon ik me oprecht niet herinneren. Des te meer deugd, dus, deed zijn fijnzinnige opmerking.
We spraken over vanalles en nog wat. Over vrouwen, vaak. Want hij hield van vrouwen.
En zo véél als hij van vrouwen hield, telkens weer kwam hij tot de conclusie dat hij ondanks dàt nog nooit in zijn 45 jaren het gevoel had gehad ècht verliefd te zijn geweest. Hij wist ook niet of hij dat nu erg vond. Of niet.
Nooit verliefd maar wèl "bij" elke vrouw in wiens gezelschap hij vertoefde.
Het is gek, maar je vòelde het, dat hij "bij" je was. Of dat in romantische zin was (maar dat was niet mijn deel en dat was overigens ook nooit m'n bedoeling, hoop of wens), tijdens een gesprek of puur danstechnisch....
wanneer je z'n aandacht had, hàd je z'n aandacht. Punt. Zonder franjes, toeters of bellen. Gewoon. Hij zàg je en hij hóórde je.
Een onbetaalbaar mooie eigenschap.
Hij is er niet meer en inmiddels weet het hele salsawereldje ervan. Facebook, weetjewel?
Hij zelf was er niet echt actief, maar hij was wel één van de meest geziene figuren. En erg geliefd, op een onuitgesproken manier. Geen mèns die niet wist wie hij was. Man en vrouw gelijk.
Ik lees de deelnemingen op zijn profiel ... altijd een beetje bizar vind ik dat. Als mensen gaan schrijven op het profiel van een .... nja..... mens die er niet meer is. Maar goed, tijden veranderen en we veranderen gewillig mee.
Er worden dus innige deelnemingen gepost, sterkte aan de naasten gewenst en kleine juweeltjes van persoonlijke odes geschreven.
Mooi, vind ik het, om te lezen dat zonder uitzondering iedereen - het weze gezegd: vooral vrouwen - hem op dezelfde manier typeert. De stille, ietwat mysterieuze man, de zachtaardige en opmerkzame gentleman die iedere vrouw, al was het maar één dansje lang, het gevoel gaf de enige te zijn op de wereld.... Voor dat ene moment was je de zijne. En dan niet meer... maar dat kon je hem niet kwalijk nemen want je gùnde dat gevoel ook aan de volgende (dans)partner, zo uniek was het.
1 maart zouden we het nog eens bij mij thuis doen. Eten, dat is. Tezamen. Hij, zij en ik.
Maar het pijntje dat hij eind januari in z'n rug voelde, was steeds erger geworden en hij lag met chemo in het ziekenhuis die dag.
"Geen erg, we proberen gewoon een andere dag", spraken we af.
En die werd gevonden: 30 mei bij haar thuis. Dat zou wel lukken. Tijd genoeg om te herstellen van de behandeling en intussen kon hij z'n oncologe nog even het hof maken want hij meende te zien dat ze ongebonden was en hij voelde zich kriebelerig in haar buurt. Verliefd? Stel je voor....
"We zien wel" zei hij met een mysterieus glimlachje en we legden de telefoon neer. Tot 30 mei dan.
Nja...
we zullen hem zien op 30 mei. In een urn in de kerk.
Samen met de helft van dansend Vlaanderen.
een heel klein beetje ironisch vind ik het wel. Dit rendez-vous had ik me nooit zó voorgesteld.
Een heel klein deeltje van mij wil hier een foto van hem posten. Tónen hoe zijn uitzonderlijke persoonlijkheid op z'n gezicht te lezen stond. Maar er bestaat zoiets als privacy. En het niet meer kunnen vragen aan de doden.
Iets zegt me dat hij het wel leuk zou vinden. Zo privé als hij zich opstelde, zo nonchalant sprong hij om met wat men over hem publiceerde. Hij leek er wel vertrouwen in te hebben dat er enkel mooie dingen over hem verschenen. En dat wàs ook zo. Ik denk trouwens dat hij dat niet eens naging of controleerde.... vandaag de dag weet je maar nooit. Hij liet het gewoon gebeuren en het gebeurde goed.
Hij leek een stille en teruggetrokken man. Dat was hij niet. Hij praatte graag lang en veel. En in detail. Zonder schroom maar nooit onbeleefd of (wat we noemen) er òver. Hij vond het leuk dat iedereen hem kende en - hoewel ik het niet zou durven zweren - ik denk dat het stiekem z'n ego streelde wanneer er nog maar eens een fotootje van hem verscheen.
Dus.... ik zou het kunnen doen. U tonen wie hij was.
En toch... denk ik/hoop ik/vertrouw ik erop dat u me zonder meer gelooft. G. was zeer letterlijk één uit de duizend.
En ik kénde hem niet eens goed.
Toch een mooi eerbetoon aan de man die je niet eens goed kende.
BeantwoordenVerwijderensommige mensen laten een onuitwisbare indruk achter.
VerwijderenG was zo iemand.